ASML zette de toon bij de publicatie van de jaarcijfers. Het gaat de Nederlandse specialist in toelevering aan de halfgeleiderindustrie natuurlijk voor de wind. Maar de verhoging van het dividend met 50% naar € 1,05 per aandeel kwam toch wel als een verrassing.
Daarnaast werd opnieuw een bedrag van € 1 mrd gereserveerd voor de terugkoop van eigen aandelen die vervolgens zullen worden ingetrokken. Daarmee stijgt de winst per aandeel in de toekomst sterker dan de nominale toename van de nettowinst. Met € 3,5 mrd in kas en een vrije kasstroom van ruim € 860 mln kan ASML zich deze gestes ruimschoots veroorloven. Sterker nog, het is ook om andere redenen goed verdedigbaar. Het aanhouden van te veel cash kost tegenwoordig rendement en aandeelhouders zoals pensioenfondsen, die kampen met dalende dekkingsgraden, kunnen extra dividendrendement goed gebruiken. Tenslotte wordt het aandeel ASML door de Share Buy Back (SBB) een schaarser goed. En wat goed is en minder makkelijk verkrijgbaar gaat in prijs omhoog.
Hierin schuilt een impliciete verdedigingswal tegen een ongewenste overname door derden. Zou ASML te veel liquide middelen op de balans houden, dan kan een ongenode overnemende partij de acquisitie van ASML al deels uit de kas van het overnameobject financieren. Ik voorspel dat de combinatie hoger dividend en aandeleninkoopprogramma (SBB) in 2016 vaker zal worden vertoond. ASML-collega’s ASMI en Besi zitten feitelijk al op deze route. Beide ondernemingen kondigden eind vorig jaar al een SBB aan. Binnenkort wordt duidelijk of er ook een dividendverhoging voor deze ondernemingen in het vat zit. Maar ook buiten de halfgeleidertoeleveringsindustrie zie ik ondernemingen die het ASML-voorbeeld kunnen volgen. In grote lijnen is het immers zo dat nogal wat uitstekend functionerende midkappers sinds de financiële crisis van 2008 – 2009 hun balansstructuur zodanig hebben versterkt dat er in zekere zin een situatie van oversolvabiliteit en overliquiditeit is ontstaan. Voorgenomen investeringen kunnen daarbij probleemloos uit de afschrijvingen worden gefinancierd, waardoor er elk jaar geld overblijft.
Deze luxe uitgangspositie zie ik nog maar mondjesmaat vertaald in een hogere beurswaardering. Juist in tijden van een gepercipieerd hoger algemeen risico vanwege politieke en deflatoire angsten zou je verwachten dat ondernemingen die telkenjare een hoge vrije cashflow realiseren een premiewaardering verdienen. Misschien dat dit in de loop van 2016 zichtbaar gaat worden. Let daarbij op de volgende kernwaarden: bij voorkeur een schuldenvrije balans, eventueel aanwezige stille reserves en een toonaangevende positie in een marktniche. Beleggen anno 2016 is vooral proactief voorsorteren!