Add Value Fund weer koploper
De aandelenfondsen van Nederlandse fondsenhuizen zijn het turbulente eerste kwartaal niet zonder kleerscheuren doorgekomen. De hevige correctie van januari en februari maakte dat de aandelenbeleggers een straatlengte achter kwamen te liggen op obligatiebeleggers.
Mixfondsen
Dat blijkt uit een overzicht van de Nederlandse vlaggenschipfondsen, op basis van data van fondsenvergelijker Morningstar. Het eerste kwartaal was er een waarin fondsbeheerders het beste voorzichtigheid aan de dag konden leggen, zo laten met name de mixfondsen zien. Die beleggen zowel in aandelen als in obligaties. De defensieve mixfondsen, met relatief veel obligaties, behaalden een licht positief rendement. Zo leverde een belegging in het NN Dynamic Mix Fund I 1,6% op. Intussen verloor het veel agressievere Mix Fund V liefst 4,6%.
Wereldaandelen
Wie in fondsen met louter wereldwijde aandelen wilde beleggen, deed er achteraf gezien goed aan te kiezen voor het dividendfonds van Kempen. Met een rendement van -0,4% was dat fonds koploper. ‘Dat is opvallend omdat het de voorbije jaren juist licht was achtergebleven bij vergelijkbare fondsen’, zegt analist Ronald van Genderen van Morningstar. Het Kempen-fonds deed het ook beduidend beter dan de dividendfondsen van NNIP (-4,0%) en BNP Paribas IP (-5,0%).
Aandelenbeleggers hadden het in het eerste kwartaal niet gemakkelijk. Paniek op de Chinese beurzen, een verder dalende olieprijs en de vrees voor een recessie in de Verenigde Staten zetten aandelenindices tot wel 15% lager. Pas in de tweede helft kwam er enig herstel, onder meer door een opkrabbelende olieprijs. Gemeten in euro’s leverde de MSCI World-index in de eerste drie maanden van dit jaar een rendement van -5,4% op.
Hoewel geen enkel wereldaandelenfonds een positief rendement heeft weten te behalen, hebben vijf van de negen fondsbeheerders die MSCI-index wel weten te verslaan. Van de Nederlandse vlaggenschipfondsen blijven het Robeco-fonds (-6,1%) en het op groeiaandelen georiënteerde NN Global Opportunities (-7,2%) achter. Ook de duurzame fondsen van ASN (-5,7%) en Triodos (-7,8%) deden het niet beter dan de markt.
Azië & opkomende markten
Ook bij de opkomendemarktenfonsen bleek voorzichtigheid goed uit te pakken. Bij Robeco is zowel een ‘conservatief’ opkomendemarktenfonds te koop als een neutraal fonds. De conservatieve variant won 2,3%, waar de neutrale 2,5% verloor. Het vergelijkbare fonds van NN leverde 4,2% in. Van Genderen: ‘Het Conservative-fonds belegt meer in Maleisië en Brazilië, landen die het wat beter hebben gedaan dan China en India, de landen waar de andere fondsen meer in beleggen.’
Nederland
Dichter bij huis waren opnieuw de smallcapfondsen de beste keuze. Add Value (+4,0%), Kempen Orange (+1,0%) en Darlin (3,8%) behoorden vorig jaar ook al tot de koplopers. Delta Lloyd Deelnemingen (-4,0%) was een opvallende achterblijver.
Onder de fondsen die zich meer op de AEX richten, leverde een belegging in het SNS Nederlands Aandelenfonds 0,1% op. Dit fonds blijft heel dicht bij de opbouw van de AEX en versloeg daarmee in het eerste kwartaal ‘actievere’ concurrenten zoals NN Dutch (-2,4%) en BNP Paribas Netherlands (-1,7%).
Obligaties
Obligatiefondsen kenden een veel minder wilde rit. Meer monetaire verruiming door de Europese Centrale Bank en een lager tempo van renteverhogingen door de Federal Reserve creëerden gunstige omstandigheden. NN First Class (+2,0%), Delta Lloyd L Bond (+3,3%) en Robeco Global Total Return (voorheen Rorento, +2,5%) leverden een vergelijkbaar rendement op met fondsen die ook in bedrijfsobligaties beleggen. In die laatste categorie presteerde het NN Euro Obligatiefonds (+3,1%) het best.
Bron: FD