Fondsmanager, eat your own cooking!
“To eat your own cooking” is een gevleugelde uitdrukking in de beleggingsindustrie en duidt er op dat een fondsmanager belegt in zijn eigen fonds. Vergelijkbaar met een kok die de door hem bereide maaltijden nuttigt. Recent onderzoek van Morningstar onder Amerikaanse beleggingsfondsen toont aan, dat beheerders die substantieel belegd hebben in hun eigen fonds bovengemiddeld presteren.
Afstemmen van belangen
De fondsanalisten van Morningstar hechten veel waarde aan fondsbeheerders die beleggen in hun eigen fondsen. Hier gaat een belangrijk signaal van uit. In hoeverre heeft een beheerder vertrouwen in zijn eigen kunnen en is hij overtuigd van de beleggingsstrategie als geheel? En belangrijker nog: het impliceert een directe afstemming van de financiële belangen tussen de fondsbeheerders en zijn beleggers. Als een fondsmanager namelijk slecht presteert voelt niet alleen de belegger het in zijn portemonnee maar ook de beheerder zelf en vice versa.
Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en het in overeenstemming brengen van belangen is dan ook op diverse manieren te realiseren. Zo kan de variabele beloning of bonus van fondsbeheerders deels afhankelijk worden gemaakt van de relatieve prestaties van hun fondsen. Bij voorkeur ligt de nadruk hier op prestaties over meerjarige periodes in plaats van over slechts één kalenderjaar, om risicovol gedrag gedreven door korte-termijn-winstbejag van de beheerder te voorkomen. Door de uitkering van de bonus te verspreiden over meerdere jaren heeft de beheerder er baat bij om langer aan te blijven in zijn functie en draagt het bij aan de stabiliteit van beleggingsteams. Want als hij besluit voortijdig op te stappen dan vervalt het uitgestelde deel van zijn bonus.
Daarnaast worden bonussen van fondsbeheerders in sommige gevallen deels uitgekeerd in huisfondsen, in eigen aandelen van het fondshuis of in een combinatie hiervan. Het deels uitkeren van variabele beloningen in huisfondsen juicht Morningstar toe vanwege de eerder genoemde reden. De uitkering van bonussen in aandelen van het fondshuis zelf draagt echter niet direct bij aan het beter afstemmen van de belangen tussen beheerders en fondsbeleggers. De belangen van aandeelhouders en beleggers in een fonds van dat fondshuis kunnen namelijk in bepaalde situaties tegenstrijdig zijn.
Zo kunnen beheerders van wie de bonus deels wordt uitgekeerd in aandelen evenals de aandeelhouders van het fondshuis belang hebben bij een flinke toename van het beheerde vermogen. Hierbij geldt hoe meer vermogen onder beheer, hoe hoger de inkomsten uit beheervergoedingen voor het fondshuis en zijn aandeelhouders. Voor zittende fondsbeleggers kan een groeiende omvang van een beleggingsfonds negatief uitpakken. Zo kunnen fondsen te groot worden waardoor ze hun (succesvolle) strategie niet meer optimaal kunnen benutten.
Gebrek aan transparantie
In Nederland is het voor particuliere beleggers vrijwel een onmogelijke opgave om te achterhalen of beheerders in eigen fondsen beleggen, zo bleek uit het transparantieonderzoek van Morningstar en de VEB uitgevoerd in 2013. Laat staan hoe het beloningsbeleid van een fondshuis in elkaar steekt. Van alle onderzochte Nederlandse fondshuizen bleken alleen de beheerders van Add Value Fund, met een Morningstar Analyst Rating Bronze, helderheid te verschaffen over hun persoonlijke beleggingen. Uit het jaarverslag werd duidelijk dat de beheerders Willem Burgers en Hilco Wiersma zijn belegd in hun eigen fonds.
Door het gebrek aan transparantie is het wel of niet belegd zijn in het eigen beleggingsfonds één van de standaardvragen die de fondsanalisten van Morningstar voorleggen aan fondsbeheerders. Voor de Nederlandse fondshuizen komt er een gemengd beeld naar voren. Zo verschilt het niet alleen per fondshuis maar ook nog eens per beleggingsteam of beheerders in eigen fondsen beleggen.
Één van de Nederlandse fondshuizen die zijn zaken goed op orde heeft, is Kempen Capital Management. Bij Kempen is het belegd zijn in eigen fondsen één van de kernwaarden van het bedrijf. Hierdoor zijn zowel analisten als beheerders bij Kempen zonder uitzondering belegd in hun eigen fondsen. Dit is vrij uniek en verbetert naar mening van Morningstar de afstemming van belangen tussen de beheerders en fondsbeleggers.
Gidsland Amerika
In de Verenigde Staten is de situatie voor beleggers stukken transparanter. De SEC, de Amerikaanse toezichthouder op de financiële sector, verplicht fondshuizen inzage te geven in hoeverre fondsbeheerders in hun eigen fondsen beleggen. Hierbij gelden bandbreedtes van USD 1 – USD 10.000, USD 10,001 – USD 50.000, USD 50.001 – USD 100.000, USD 100.001 – USD 500.000, USD 500.001 – USD 1 miljoen en meer dan USD 1 miljoen. Ook al biedt deze methodiek geen specificatie voor bedragen boven de USD 1 miljoen, het geeft toch een aardig inzicht in welke mate managers persoonlijk belegd zijn.
Let wel, voor Nederlandse begrippen mogen bedragen boven de USD 1 miljoen misschien veel lijken maar in de Verenigde Staten valt dit wel mee. Daar zijn jaarsalarissen van meer dan USD 1 miljoen vrij gebruikelijk voor ervaren fondsbeheerders. Voor de absolute topbeheerders die vele miljarden onder beheer hebben zijn miljoenensalarissen geen uitzondering. Zo ontving Bill Gross in zijn tijd bij PIMCO alleen al een bonus van USD 290 miljoen over 2013.
Onderzoeksresultaten
Voor zijn artikel Why You Should Invest With Managers Who Eat Their Own Cooking bestudeerde Morningstar’s Russel Kinnel de mate waarin beheerders van Amerikaanse beleggingsfondsen belegd waren in hun eigen fondsen in 2009 en vergeleek deze met de daaropvolgende 5-jaars relatieve rendementen ten opzichte van hun respectievelijke Morningstar categorie (Amerikaanse aandelen, wereldwijde aandelen, enzovoorts). Per beleggingsbandbreedte werden succes ratio’s berekend over de afgelopen vijf jaar (2009 tot en met 2014).
Deze ratio’s zijn niets meer dan het percentage van fondsen dat beter presteerde dan zijn eigen categoriegemiddelde. Hoe hoger de ratio, hoe vaker fondsen binnen de desbetreffende beleggingsbandbreedte outperformden. Er zijn succes ratio’s berekend zowel op basis van absolute rendementen als voor risico gecorrigeerde rendementen. Voor de fondsen waar de fondsbeheerder niet persoonlijk in belegd was (USD0) pakt de succes ratio, de mate waarin een fonds beter presteerde dan het categoriegemiddelde, met een kleine 35 procent vrij teleurstellend uit. Op risico gecorrigeerde basis valt de succes ratio met 28 procent nog ongunstiger uit voor deze bandbreedte. Voor beleggingen tussen de USD 50.001 – USD 100.000 is de ratio al wat gunstiger met ruim 43 procent (33 procent gecorrigeerd voor risico). Fondsen waar de beheerder voor meer dan USD 1 miljoen aan persoonlijke beleggingen in heeft zitten presteren met succes ratio’s van respectievelijk bijna 47 procent en ruim 39 procent beduidend beter dan de lagere beleggingsbandbreedtes.
Signaal
Van een beheerder die belegt in zijn eigen beleggingsfonds gaat een belangrijk signaal uit dat aangeeft in hoeverre hij vertrouwen heeft in eigen kunnen. Belangrijker nog, het impliceert een directe afstemming tussen de financiële belangen van de fondsbeheerder en zijn beleggers. Morningstar hecht dan ook veel waarde aan deze praktijk. Voor Nederlandse particuliere beleggers is het echter praktisch onmogelijk om vast te stellen of hun beheerder belegt in zijn fonds. Terwijl cijfers uit Amerika bevestigen dat beheerders die substantieel beleggen in eigen fondsen bovengemiddeld presteren ten opzichte van fondsen waarvan de beheerders niet of nauwelijks in beleggen.
Dit maakt het een interessant criterium bij het selecteren van beleggingsfondsen. Wat Morningstar betreft wordt het hoog tijd dat meer fondsmanagers in hun eigen fondsen beleggen en dat fondshuizen hier naar beleggers transparanter over communiceren. De beheerders van Add Value Fund geven alvast het goede voorbeeld, wie volgt?
Bron: Morningstar